24 Juni 1893. 273 Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan verkrijgen de heeren Heijlaerts 9 en Oukoop 8, terwijl één briefje in blanco is ingeleverd. Weder niemand de volstrekte meerderheid van stemmen verworven hebbende, moet eene herstemming plaats heb ben tusschen de heeren Heijlaerts en Oukoop. De heer Scheltus wenscht te doen opmerken, dat als weer de heer Oukoop gestemd wordt, dit is tegen de volgorde van den rooster. De heer Teychiné was op dit punt niet juist. De heer Teychiné zegt toch den naam van den heer Oukoop te hebben hooren noemen. De heer Oukoop zegt de heer Van Aken heeft de vorige maal den heer Heijlaerts vervangen. Dat is ge schied uit complaisance. De heer Oukoop meent dat hij verplicht was zitting te nemen bij verhindering van den heer Heijlaerts. De heer Van Dam meent dat onderlinge regelingen kunnen getroffen worden, maar de orde van den rooster moet blijven gevolgd worden. De heer Rombouts herinnert, dat de heer Oukoop den heer Heijlaerts vervangen heeft; daaruit besluitende dat als nu de heer Oukoop benoemd wordt de heer Heijlaerts wordt overgeslagen zoodat de eerste tweemaal zou moeten zitting nemendat niet strookt met de bedoeling van den rooster, die gemaakt is, opdat ieder lid regelmatig zijn beurt zou hebben. De heer Van I)am vraagt, hoe het dan komt dat bur gemeester en wethouders den heer Oukoop voordragen Eene voordracht antwoordt de voorzitter is niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 273