274
24 Juni 1893.
geschied. Enkel is eene aanduiding gedaan van namen
voor leden en plaatsvervangende leden.
De heer Bloeviarts meent dat alle sprekers het vrij
wel eens zijn. Allen willen den rooster gevolgd zien, waaruit
voortspruit dat de heer Oukoop twee keeren zal moeten
zitting nemen. Dat is consequent, 't Element van complai
sance blijft buiten rekening.
De heer Heijlaerts zegt andermaal, dat, bij benoeming,
hij zich daaraan niet onttrekken zal, zoodat als spreker
benoemd wordt, alles in orde is.
Daarop wordt overgegaan tot de voorbedoelde herstemming.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan verkrijgen
de heeren Heijlaerts 9 en Oukoop 9.
Alsnu zegt de voorzittermoet het lot beslissen.
De voorzitter laat de heeren Heijlaerts en Oukoop
ieder een nummer trekken uit de nummers, bestemd tot
aanwijzing, met welk nummer, bij stemmingen, de pre
sentielijst aanvangt; beslissende het hoogste nummer.
De heer Heijlaerts trekt nummer 49 en de heer
Oukoop nummer 48, zoodat tot eerste lid benoemd is
de heer Heijlaerts.
b. Voor het tweede lid.
Met 17 van de 18 uitgebrachte stemmen wordt als
tweede lid benoemd de heer Lïjdsman. Eén briefje was
in blanco ingeleverd.
Plaatsvervangende leden,
a. Voor het eerste lid.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan verkrijgen
de heeren Sassen 46 en Heijlaerts 4 terwijl één briefje
in blanco is ingeleverd.