24 Juni 1893. 279 „Aan den Raad der gemeente Breda". „Bij missive van heeren burgemeester en wethouders „van den 13. dezer, N°. 541, werd, om daarop te willen „dienen van advies, in handen van de bouw- en Valkenberg- „commissiën gesteld a. „eene missive van den Minister van Financiën, dd. „10 Juni 1893, N°. 59, begeleidende een ontwerp- „bestek met de daarbij behoorende teekeningen voor „den aanleg van het park op de blokken 27 en 28 „der geslechte vestinggronden. b. „eene missive van denzelfden Minister, dd. 14 Juni „1893, N°. 80, met eene ontwerp-overeenkomst, te „sluiten tusschen den Staat der Nederlanden en de „gemeente Breda tot overgave en overname van „'wegen, voetpaden, vijvers en terreinen voor grasveld „en beplantingen in bovengenoemd park." Na nauwgezet onderzoek zijn de navolgende opmerkingen tegen de stukken bij ons gerezen. 11 van het bestek. Ue beschrijving der kantlaag langs de verhoogde voetpaden komt ons niet duidelijk voor en wij wenschten daarvoor gelezen te zienDe verhoogde voetpaden worden aan de zijde der rijwegen gesteund door eene kantlaag van getrokken straatklinkers Waalvormter hoogte van 0, 10 „M. boven het laagste gedeelte van het dwarsprofiel van den „rijiveg. Deze kantlaag moet zijn hoog een steen, breed een „halve steen 18 van het bestek. Volgens deze worden de „waterleidingen gemaakt van ijzeraarden buizen wijd 0,80 M. „Dit is eene afwijking van de door deze gemeente gestelde „eischen, waarbij eene leiding van eivormige cementriolen „was voorgeschreven. „Blijkens de missive van den Minister werd deze afwijking „door den tuin-architect en den ingenieur Van Gendt „noodig geacht ten einde eene deugdelijke verbinding met „de afsluiters te verkrijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 279