280 24 .Tuni 1898. „Met deze wijzigingen kunnen wij ons vereenigen. „ij 20 van het bestek. Aan het slot van deze te voegen „de woorden: „en de architect der gemeente Breda." „Deze bijvoeging achten wij noodig omdat het meerendeel „der werken door de gemeente in eigendom en onderhoud „wordt overgenomen en deze er alzoo het meest belang „bij heeft dat de werken deugdelijk worden uitgevoerd. „Art. 6 sub 1 der ontwerp-overeenkomst. Volgens sub „1 van dit artikel verbindt de Staat zich om in de voor- „waarden van verkoop der bouwterreinen te bedingen, dat „de gevels der daarop te stichten gebouwen, behalve die „langs den weg om de Loopschans, de hoogte van minstens „acht meter boven de aangrenzende wegen moeten hebben." „Deze bepaling ten aanzien van het bouwen van acht „meter boven de wegen wenschten wij uitgestrekt te zien „ook tot den weg om de Loopschans. Wij vreezen dat, „indien de hoogte der gevels langs den weg om de Loop schans facultatief wordt gelaten, er wellicht woningen „zullen verrijzen welke een schadelijken invloed op de „ontwikkeling der bouwterreinen in het park zullen uit oefenen en alzoo ook de waarde van het park als openbare „wandelplaats zal verminderen. „Artikel 7 der ontwerp-overeenkomst. Volgens dit artikel „zouden de rechten en kosten op de akte vallende op de „gemeente komen. „Het komt ons voor, dat de billijkheid medebrengt, dat „deze kosten komen ten laste van den Staatimmers de „Staat is de meest belanghebbende bij de tot standkoming „van het park, terwijl de gemeente zich toch al reeds „aanmerkelijke uitgaven zal moeten getroosten voor beplan king, rioleering enz., terwijl het nog eene open vraag is, „welke de indirect te verkrijgen baten voor de gemeente „zullen zijn." „Wij hebben de eer U in overweging te geven burge meester en wethouders te machtigen, met inachtneming „van de bovenstaande opmerkingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 280