286
24 Juni 1893.
Spreker heeft elders informatiën ingewonnen en gezien,
dat het idéé, in het voorstel der dertien leden neerge
legd, in andere gemeenten wordt gehuldigd, daartoe ter
tafel brengende een schrijven van den burgemeester van
Nijmegen, die verklaart dat de plantagemeester aldaar
staat onder de bevelen van burgemeester en wethouders
en zulks goed werkt. Bedoelde plantagemeester geniet eene
jaarwedde van f 2000, zegt spreker, die, de begrooting
van Nijmegen ter hand hebbende, verder de verschillende
employés opnoemt, die onder en met den plantagemeester
werkzaam zijn.
Het is niet dan rationeel, dat de persoon, belast met
de beplantingen staat onder het gezag van burgemeester
en wethouders. En hier staat hij onder de bevelen van
den architectAl is de voorzitter een goed burgemeester,
daarom zou hij nog niet op zijne plaats zijn als kolonel
van het 6de regiment infanterie. De gevallen staan gelijk.
De architect is qua talis een goed architect, maar daarom
bezit hij nog niet de bekwaamheid van een tuinman, dat
trouwens voldoende gebleken is, gelijk spreker nader
aantoont.
Het is waar, de opzichter is door burgemeester en
wethouders gehoord. Daaromtrent zou spreker in besloten
vergadering meer kunnen zeggen. Inderdaad de opzichter
behoeft niet achter te staan bij anderen in zijn vakmaar
hij is een timide man, is gehuwd en heeft kinderen, en
daarom heeft hij zich niet vrij gevoeld en zijn de ver
klaringen door hem aan burgemeester en wethouders ge
daan niet gemeend geweest
De voorzitter valt den spreker in de rede en zegt, dat
het niet aangaat het te doen voorkomen, alsof de ver
klaringen van den opzichter zouden zijn afgeperste ant
woorden.
De heer Heijlaerts voortgaande zegt, dat de
opzichter bij zijn verhoor te timide geweest is. Waar