24 Juni 4893. 289 «zeldzame en uitheemsche bloemen en planten in een «openbaar parkwelke voortdurend aan beschadiging «blootgesteld zijn en welker innerlijke waarde slechts door «enkelen beoordeeld en bewonderd kunnen worden." Tot nu toe zegt spreker stond de opzichter onder de bevelen van den architect. Nu zegt bij, dat te kost bare planten gekweekt worden. Was dat zoodan bad hij daarmede burgemeester en wethouders moeten in kennis stellen, maar niet heeft hij het recht zulks in een openbaar stuk te bespreken. Dat kan spreker niet anders noemen dan eene laaghartige insinuatie. Ook zegt de architect, dat hij zich van advies onthoudt. Misschien is dat de aandacht van burgemeester en wet houders ontgaan. Door dezen zegt spreker worden bevelen gegeven aan ambtenaren welke moeten opgevolgd worden. Thans heeft de architect niet het gevraagde advies gegeven en zich eenvoudig van de zaak afgemaakt Wanneer men alzoo ziet welke zwakke gronden in de stukken worden aangevoerd, dan begrijpt spreker niet, hoe burgemeester en wethouders er toe zijn kunnen komen om af te wijken van het voorstel. De betrekking van opzichter der beplantingen berust op schoonheidszinop schoonheidsgevoel Waals bezit schoonheidsgevoel en toont dat. En wanneer spreker nu ziet dat de opzichter staat onder de bevelen van den architectdan kan hij dat niet genoeg afkeuren want voorbeelden kan spreker aanhalen, dat de architect van plantenboomenenz. geen verstand heeft. Noch rapportennoch wat anders ook eindigt spreker hebben hem kunnen afbrengen van zijne eenmaal opgevatte meening, die hij dan ook ten stelligste handhaaft. De heer Teyciiiné is evenals de vorige spreker er voor, dat er verandering zal gebracht worden in den toestand niet enkel met het oog op hetgeen thans op plantkundig gebied te verzorgen ismaar ook op hetgeen op dat ge bied te verzorgen komen zal. Stel zegt spreker dat aan den opzichter een tuinman worde toegevoegddan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 289