A. Ingekomen stukken:
15 Juli 1893.
Tegenwoordig de heerenVAN HAL, SASSEN, VAN
AKEN, TEYCHINÉ, REIGERSMAN, KLEP, VAN DONGEN,
VERSCHRAAGE, VREEDE, HEIJLAERTS, SCHELTÜS,
MATHON, LIJDSMAN, ROMBOUTS en GULJÉ, burge
meester, voorzitter.
Afwezig de heeren: NELISSEN, wethouder, wegens
ziekte, mr. P. BLOEMARTS, mr. M. VAN DAM en
K. G. OUKOOP, laatstgenoemde met schriftelijke kennis
geving.
De notulen van het verhandelde in de vergadering
van den 24sten Juni 1893 worden gelezen en goedgekeurd.
De voorzitter stelt aan de orde:
1. Besluit van de Gedeputeerde Staten dezer provincie van
den 30. Juni 1893, G, n°. 71, 2S afdeeling, 3e bureau,
goedkeurende het raadsbesluit van den 24. Juni 1893 tot
afschrijving in de begrooting, dienst 1892, van hoofdstuk
VIII, art. 1, eener som van f 115.15 en overschrijving
dier som op hoofdstuk VII, art. 5 (kosten van de gemeente
reiniging).
22