300 15 Juli 1893. dat de doctoren zeiven dat doen, daargelaten dat zij niet allen daarin evenzeer ervaren zijn. De tijd vooral ont breekt hun daartoe. Spreker zelf is gemasseerd en weet hoeveel tijd de behandeling vordert. Overigens is het een zegen dat er personen zijn, die zich met heilgymnastiek en massage bezighouden, en daarom zou spreker er voor zijn dat, zonder de wedde der stadsgeneesheeren te ver minderen, een deskundige tegen bezoldiging benoemd werd, naar wien de behoeftigen ter bekoming van hulp konden verwezen worden. De heer Hgijlaerts zegt vele jaren stads-geneesheer te zijn geweest en ook wel eens zieken gehad te hebben, als van welken thans sprake is, doch acht het niet geraden dat de gemeente bezoldiging voor massage ga toekennen, daar er meer van dien aard is en komen kan. Wanneer iemand als verzoeker met succès een arme behandeld heeft, dan zal hem dat voordeelig zijn, want daardoor zal zijne clientèle vermeerderen. Spreker is van oordeel dat de Raad zich bij het advies moet neerleggen. In diens twee-en-twintigjarige praktijk van gemeente-geneesheer zijn betrekkelijk zeer weinige gevallen voorgekomen, waar van de oorzaak wellicht moet gezocht worden in de meer krachtige natuur der volksklasse. Spreker meent dat men voorzichtig zijn moet en acht het advies een veilige vraagbaak, gaarne erkennende dat in het gesprokene door den heer Scheltus veel waars gelegen is. De heer Matiion doet opmerken, dat als adressant eene aanstelling van de gemeente zou verkrijgen, hij toch niet werkzaam zou mogen zijn dan onder de leiding van de gemeente-geneesheeren, zoodat hunne taak niet zou ver licht worden. Van eene vermindering hunner bezoldiging kan alzoo geen sprake zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 300