302 15 Juli 1893. dit punt gaat de voorzitter voort vereischt daarom zooveel spoed, omdat de ingezetenen er belang bij hebben spoedig te -weten, hoedanig de binnenleidingen moeten worden ingericht. Vervolgens besloten zijnde tot de behandeling daarvan over te gaan, wordt gelezen: Art. 1. Op de aanvrage tot aansluiting van perceelen niet aan het buizennet gelegen of meer dan 25 M. van de straat buis verwijderdwordt door burgemeester en wethouders beschikt, die tevens de voorwaarden vaststellen. Wordt zonder bedenking goedgekeurd. Art. 2. Elk perceel heeft eene afzonderlijke spruitleiding. Uit zonderingen hierop regelt de directeur in overleg met burgemeester en wethouders. Wordt zonder bedenking goedgekeurd Art. 3. De spruitleiding, die met een afsluitkraan aan de hoofdbuis is verbonden, wordt tot 0.50 M. binnen het gebouw of de scheiding van gemeente en particulier eigendom gelegd door de gemeente, doch voor rekening der eigenaren of gebruikers. Voor elke aansluitingmits deze niet langer is dan 6 M.zal worden berekend Voor leidingen van 12 mM. (1/3 Eng. dm.) 9. 19 (8/4 12. 25 (1 16.50. 32 (IV4 j> 21. 38 (IV2 25.50.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 302