15 Juli 1893.
305
De uit- en inwendige middellijnen en het gewicht per
strekkende meter dier buizen moeten minstens bedragen
voor leidingen van
(1/2 Kng. duim) 19 mM. uitw. 13 mM. inw. 1.75 KGr.
(s/i
27
19
3.30
(1
35
26
5.00
(11/4
43
33
6.50
(H/2
49
38
8.00
(2
62
50
11.00
Ten blijke dat aan bovenstaande voorwaarden is voldaan
kan door den directeur een stuk uit de leiding genomen
en dat op kosten der gemeente onderzocht worden.
Mochten er binnenleidingen van grooter middellijn dan
2 Eng. dm. worden aangelegddan moeten daarvoor
gegoten ijzeren buizen in- en uitwendig geasphalteerd
gebezigd worden.
Voor binnenleidingen uitsluitend bestemd tot besproeiing,
industrieel gebruik of brand, kan door den directeur vrij
stelling verleend worden van de voorschriften betreffende
het te gebruiken materiaal.
De onderlinge verbinding der looden buizen met tin
voering moet geschieden door zoogenaamde metalen klem
koppelingen en teestukken van zwaar model met lange
schroefbussen. De buizen mogen in geen geval door sol
deering worden verbonden.
De wijdte der buizen bepaalt de directeurom de
vereischte goedkeuring te erlangen moeten daarenboven
de volgende bepalingen in acht worden genomen.
1°. De watermeter moet vorstvrij kunnen worden ge
plaatst.
2°. Onmiddellijk volgende op den meter moet aflaat- of
winterkraan worden aangebracht.
3°. De leidingen moeten zoodanig gelegd worden dat zij
zoo min mogelijk aan de vorst zijn blootgesteld
(alzoo niet tegen buitenmuren), en geheel geledigd
kunnen worden.