308 15 Juli 1891 De heer Heijlaerts moet als oud-lid van den gemeente- reinigingsdienst het dagelijksch bestuur rechtvaardigen hot verbod gesteld te hebben, maar het komt spreker te exclusief voor. Niet is het te verhinderen dat particulieren van de reinigingsmiddelen gebruik maken. De voorzitter zegt te bedoelen waterverbruik door mid del van een hefboom of kraan, maar daarom is het niet verboden water tot doorspoeling te gebruiken. De heer Heijlaerts heeft het gebruik in ziekenkamers op het oog, en meent alzoo dat het verbod niet verder moest gaan dan voor zoover het in verband staat met de waterleiding. De heer Vreede heeft gehoord dat het water per meter zal geleverd worden. Is dat zoo zegt spreker dan zal het misbruik van het water niet groot zijn. De voorzitter gelooft niet dat in deze de zuinigheid de zindelijkheid zal bedriegen. Werden door een huisgezin 100 liter per dag verbruikt, dan zou dat twee cent per dag kunnen vorderen. De heer Klep zegt sinds vier jaren in zijne woning van waterclosets gebruik te maken, doch het water loopt in sterfputten weg, zonder dat eenige hinder van onaan gename geuren ondervonden wordt. Spreker is er voor eene uitzondering toe te laten voor die menschen, welke- eveneens willen handelen. De voorzitter gelooft dat een sterfput het slechtste is wat men hebben kan. De heer Heijlaerts stemt dat toe, want het is de essence voor grondbederf. De heer Klep gelooft niet dat het hindert op eene groote oppervlakte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 308