15 Juli 1893.
309
Maar niet alle menschen doet de voorzitter opmerken
hebben èene halve hectare grond te hunner beschikking.
Dan ten behoeve van hen die dat wel hebben zegt
de heer Klep; er de meening bijvoegende, dat hetalloo-
pende water niet zoo onzuiver is.
De heer Lijdsman betoogt de wenschelijkheid tot het
nemen eener proef met waterclosetsen af te wachten
welke uitkomsten die oplevert.
De heer Sassen is van oordeel dat de eigenaren zeiven
ten goede zullen medewerken ter wille van den last van
ruimen, dien zij zullen ondervinden. Wordt punt 8 aan
genomen, dan is een ieder daaraan gebonden. Overigens
ziet spreker in het toestaan van het gebruik van water
closets een voordeel voor de gemeente.
Na korte beraadslaging over de vraag: waar men met
de verdunde faeces blijven moet, tusschen de heeren
Vreede, Lijdsman en den voorzitter, waarbij laatstge
noemde doet opmerken, dat men ze te Amsterdam, Rot
terdam en den Haag, niet overal zonder hinder, in de
rivier laat vloeien, zegt de heer Heijlaerts dat toen
door hem de reis medegemaakt is tot voorbereiding en
invoering van den gemeente-reinigingsdienst alhier, door
hem veel klachten vernomen zijn over het vermorsen van
water. Men desinfecteere met het leidingswater niet. Er
is daartoe een andere weg. Late men door zijne dienst
boden gebruiken carbol 'opgelost in water; dat desinfec
teert en reinigt beter dan eene afspoeling a grand d'eau.
Elders waar men het Liernurstelsel heeft, is het gebleken,
dat de kokers nog niet zindelijk waren.
De heer Teyciiiné meent dat door een bepaald soort
waterclosets voor te schrijven, het verbruik van water
niet grooter zal zijn dan bij de gewone doorspoeling.