15 Juli 1893. 315 „moet geschiedenhebben wij het in het belang der water leiding geacht, degenen die zich vóór 1 Juli 1894 als „verbruikers zullen verbinden, van die kosten te moeten „ontheffen. „Met het oog op den gezondheidstoestand hebben wij „gemeendaangezien looden buizen nadeelig op het water „der leiding zouden werken, te moeten bepalen dat slechts „buizen met vaste tinvoering mogen gebezigd worden. „Daar Uwen Raad reeds een voorstel heeft bereikt tot „het maken van ijzeren of cementen beerputten, en inde „memorie van toelichting betreffende dat voorstel wordt te „kennen gegeven, dat spoedig een voorstel zal worden „ingediend, waarbij verboden zal worden om faecalestollen „in openbare wateren te loozen, zoo moet ook Uwen „Raad bedacht zijn, maatregelen te nemen, die voorkomen, „dat de exploitatie der pneumatische lediging der beer putten noodeloos bezwaard wordt, reden waarom de „verbinding met privaten en beerputten moet verboden „worden. 12. Adres van den heer Harterink en 21 anderen, allen wonende aan de westzijde van de rivier de Mark daarbij om aangevoerde redenen verzoekende het zoo te willen regelen dat de bruggen over de Singelgracht bij de gasfabriek en over de Mark bij „het Zwaantje", des morgens tusschen 5.20 en 645 Greenwichtijd voor de scheepvaart gesloten zijn. De voorzitter stelt voor dit adres te verzenden aan burgemeester en wethouders, bij wie het thuis behoort, ten einde zoo mogelijk aan het verzoek tegemoet te komen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 13. Adres van den heer J. Cock, directeur aan het stads-teekeninstituut en leeraar aan de burgeravondschool en hoogere burgerschool alhier, dato 11 Juli 1893, daarbij te kennen gevende, dat hijbenoemd tot leeraar aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 315