318
15 Juli 1893
door de Zuid-Nederlandsche Tramweg-Maatschappij
moeten onderhouden worden.
Na lezing dezer voorwaarden vraagt de voorzitter of
iemand der leden bedenking heeft de gevraagde vergunning
te verleenen
Niemand der leden het woord verlangende,
wordt zonder hoofdelijke omvraag besloten aan
de directie der Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg
maatschappij, gevestigd te Breda, op de voorwaar
den, gelijk die hiervoor zijn omschreven, tot
wederopzegging vergunning te verleenen tot het
leggen van spoorrails van af de tramlijn in de
Etnastraat, volgende de Nieuwe Prinsenkade en
den weg langs de rivier „de Mark" tot aan de
fabriek der société anonyme des sucreries de Bréda
et Berg-op-Zoom onder de gemeente 's-Prinsen-
hage, zooals op de overgelegde en gewaarmerkte
situatie teekening is aangegeven.
16. Adres van bloemisten en tuinarbeiders, wonende
te Breda, Ginneken en Prinsenhage, daarbij blijk gevende
van hunne instemming met het denkbeeld van den heer
H. O. van der Linden van Snelrewaai'd, in de Nieuwe
Bredasche Courant aangegeven, om den aanleg van het
nieuwe park aan de Ginneken poort dienstbaar te maken
tot het theoretisch en practisch onderricht inden natuurstijl;
met te kennengeven, dat als de Raad mocht kunnen
goedvinden, om de aandacht van zijne excellentie den
minister van financiën op bovengenoemd denkbeeld te
vestigen, wellicht eerstdaags te Breda eene school zal verrijzen
tot onderricht en het aanleggen van tuinen en parken,
welke school aan Breda in het algemeen en aan adressanten
in het bijzonder ten goede zal komen.
De heer Scheltus zegt, dat nadat in de vorige verga
dering de uitnoodiging van den heer Van dee Linden