14 Januari 1893. 31 De heer Van Hal gelooft, als humaan zijn beteekent een goed hart te hebben, allen op dit punt wel gelijk zullen staan, maar het systeem van het verleenen van hulp aan weduwen is in den laatsten tijd losgelaten. Der weduwe Duurland is niets toegekend om het beginsel te redden. Een hoofdagent van politie kon zelfs geen pensioen krij gen. Aan het bestaande pensioenfonds, dat alleen voor de ambtenaren en bedienden strekt, zal een voor hunne weduwen en weezen verbonden worden. Een andere toestand moet derhalve afgewacht worden. Inmiddels kunnen wel in privatum aalmoezen gegevenmaar officieel moeten de humaniteitsgevoelens beteugeld worden. Spreker verklaart op dien grondhoe zwaar het hem vallen moge niet te kunnen medewerken aan het verleenen eener gratificatie of subsidie, en dit te minder, als hij bedenkt, dat men ook voor andere gevallen kan geplaatst worden. Niemand meer het woord verlangende, brengt de voorzitter het voorstel van den heer Heijlaerts in stemming, waarvan de uitslag is, dat het ver worpen wordt met algemeene stemmenuitgezonderd die van den heer H eijlaerts. De heer Oukoop vraagt en bekomt het woord. Spreker zegt dat er een gerucht geloopen heeft, dat het rijkslandbouwproefstation zal verplaatst worden. Aan vankelijk was dit door hem als een loos alarm beschouwd, maar nu hij gelezen heeft dat in eene vergadering van het departement Zierikzee der Maatschappij tot bevordering van Nijverheid besloten is, zich bij adres tot den Minister van waterstaat, handel en nijverheid te wenden, teneinde te verkrijgen dat het proefstation worde overgebracht, nu is het hem gebleken dat de zaak ernst wasen daarom wenscht spreker te vragen, of door burgemeester en wethouders maatregelen zijn of zullen worden genomen om het proefstation in deze gemeente te behouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 31