15 Juli 1893.
323
2°. het verharden der in art 1, n°. 1, sub. litt. a tot en
met d genoemde wegen en pleinen, voor zoover het den
rijweg betreft, door eene vlakke laag van puinstukken,
dik 5 cMwaarover grove puin en kalk ter dikte van
'10 cM. en eene laag grint van 5 cM. tot dekking.
3°. het verharden van de tot voetpaden bestemde deelen
der in art. 1, n° 1, sub litt. a tot en met d genoemde
wegen en pleinen door eene vlakke laag puinstukken,
dik 5 c.M., waarover eene laag fijne puin en kalk-
puin van 10 c.M. dikte, gedekt dooreene laag lekzand,
dik 2 5 c.M.
Zoover deze voetpaden behooren tot de wegen, ge
noemd in art. 1, n° 1, sub litt. a en b of langs de
bouwterreinen loopen, worden zij aan de zijde van
den rijweg opgezet tegen eene koplaag van getrokken
klinkers en wordt daarlangs eene gestrate goot van
vijf lagen dito klinkers aangebracht.
4°. het verharden van de in art. 1n» 1sub litt. g
genoemd voetpaden door eene laag kalkpuin van 10
c.M. dikte en eene laag lekzand dik 2.5 c.M.
5°. het tot bezaaiing en beplanting gereed maken van de
terreinen in art. 1, n° 1, onder litt en g bedoeld.
0°. het maken van drie waterleidingen uit de Singel
gracht ten zuidwesten van de brug in de Nieuwe
Ginnekenstraat naar den zuidwestelijken vijver, uit
dezen vijver naar den oostelijken vijver en uit dezen
naar de Singelgracht, welke waterleidingen zullen
worden samengesteld uit ijzeraarden buizen (Engelsch
model) van 30 c M. inwendige middellijn met twee
schuifafsluiters, afgesloten tusschen gegoten ijzeren
hulpstukken van gelijke capaciteit aan de beide uit
einden.
Artikel 4.
De gemeente verbindt zich
1°. de grasvelden en de beplantingen te doen aanleggen
overeenkomstig het voornoemde aan deze akte ge-