33-2 15 Augustus 1893. dien stal te willen doen wegbreken en adressant te ver gunnen te dier plaatse een doelmatig en net gebouw op te richten. Dit adres deden burgemeester en wethouders vergezeld gaan van de volgende memorie van toelichting „Dij overeenkomst dd. 16 Maart 1864 is ten behoeve „van den aanleg van den staatsspoorweg BredaTilburg „aan den Staat der Nederlanden en aan Adriana Aart- „sen door de gemeente Breda verkocht: a. „de alstoen aan de rivier de Mark staande paar denstal van het trekpadteneinde toegang te „verkrijgen tot de te bouwen ophaalbrug over de „Marken b. „een stuk weiland, waarop later het koffiehuis „het „Zwaantje" is gebouwd. „Volgens art. 5 der overeenkomst moest de koopster „Adriana Aartsen gedoogen, dat op het perceel weiland „door de gemeente Breda eene schuur werd gebouwd van „gelijke afmeting en met gelijke bestemming als de ver kochte paardenstal. „Van deze bevoegdheid is door de gemeente gebruik „gemaakt, en is die stal thans kadastraal bekend onder „de gemeente Breda, sectie A, no. 2497, als recht van opstal. „De tegenwoordige eigenaar van het koffiehuis »het „Zwaantje" wenscht, blijkens zijn adres, dien stal gaarne „opgeruimd te zienteneinde de omgeving aldaar te „verfraaien. „Het moet erkend worden, dat nu de bebouwde kom „der gemeente zich aldaar zoo ver heeft uitgestrekt, de „stal in het kader der gebouwen aldaar niet meer past, „terwijl hij bovendien door den pachter der gebouwen „van het trekpad nooit, of, hoogstens genomen, zeer „zelden wordt gebruikt, omdat de schepen niet verder „dan tot de suikerfabriek worden opgesleept „Zal de stal beantwoorden aan het doel waarvoor hij „bestemd is, namelijk het tijdelijk stallen van jaagpaarden,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 332