336 12 Augustus 1893. „671 van het burgerlijk wetboek te kunnen doen „bewerkstelligen. „De verschenen personen zijn aan mij notaris „bekend. „Waarvan akte." Niemand der leden bedenking hebbende, wordt tot den voormelden aankoop besloten, behoudens de goedkeuring van de Gedeputeerde Staten dezer provincie. 7. Missive van burgemeester en wethouders van Breda, dato 3 Augustus 1893, n°. 720, luidende als volgt: „Sedert het overlijden van den heer mr. G. A. Kleijn „is niet meer voorzien in de betrekking van archivaris „dezer gemeente. „Gaandeweg is gebleken dat hieruit velerlei ongelegen heid voortspruit en het goed geordend oud-archief niet „zoodanig tot zijne bestemming komt als behoort. „Dit heeft aanleiding gegeven dat is omgezien naar een „persoon, geschikt om de betrekking van archivaris te „vervullen, en daarin zijn wij geslaagd. „De heer J. F. Corstens, leeraar in de oude talen en „geschiedenis aan het gymnasium alhier, heeft zich bereid „verklaard de genoemde betrekking te aanvaarden. „Wel is waar was tot dusver aan die betrekking geen „bezoldiging verbondendoch onbezoldigde diensten te „vragen, maakt de betrekking niet begeerlijk, waarom wij „gemeend hebben dat het billijk zou zijn; aan den archivaris „eene jaarwedde van twee honderd gulden toe te kennen. „Mitsdien hebben wij de eer U voor te stellen te be noemen tot archivaris dezer gemeente den heer J. F. „Corstens, leeraar in de oude talen en geschiedenis aan „het gymnasium alhier, en aan die betrekking te ver hinden eene jaarwedde van twee honderd gulden, deze „laatste in te gaan 1 Januari 1894. De voorzitter vraagt, of de Raad bereid is dit voorstel in overweging te nemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 336