340
12 Augustus 1893.
Deze wijziging wordt door den Raad goedge
keurd.
Art. 3 (nu art. 2).
De commissie vergadert minstens éénmaal 's maands
na oproeping door den burgemeester of die hem ver
vangt, die bovendien op verzoek van een der leden de
commissie binnen drie dagen bijeenroept.
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.
Art. 4 (nu art. 3).
De commissie dient jaarlijks vóór 1 April rekening en
verslag in over het vorige dienstjaar.
De heer Scheltus betoogt de wenschelijkheid om de
rekening der waterleiding afgescheiden te houden van elke
andere verantwoording in de gemeente-rekening en niet
de ontvangsten en uitgaven te vermengen met den gewonen
dienst, gelijk met de gasfabriek geschiedt, waarvan in de
verantwoording nooit rekening gehouden wordt met renten
bedrijfskapitaal, noch met afschrijving. Spreker zou in
dien zin art 3 wel willen aangevuld zien.
De voorzitter zegt dat dit punt eene geschiedenis heeft,
die wel reeds 25 jaar oud is. De Raad heeft steeds het
denkbeeld, thans door den heer Scheltus ontwikkeld,
willen volgen, doch de Gedeputeerde Staten hebben zich
daartegen verzet, zoodat de mogelijkheid niet bestaat de
gewenschte verandering tot stand te brengen. In andere
provinciën is dat anders. Ook is de regeling niet in het
voordeel der gemeente, want thans krijgt de gemeente
ontvanger voor slechts enkele regels meer in de rekening
te schrijven eene belangrijke verhooging van belooning.
Men kan nu wel een beeld scheppen van den toestand,
maar meer niet. Intusschen kan spreker, wat de gasfabriek