342 42 Augustus 4893. Raad de volle vrijheid heeft een ander te benoemen dan die wordt aanbevolen. Daarop wordt artikel 4 goedgekeurd, gelijk het door den heer Verschraage gewijzigd is. Art. 6 (nu art. 5). Het overige personeel wordt benoemd en ontslagen door de commissie, die tevens de wedden bepaalt. Deze be noemingen en bepalingen van wedden geschieden in zoo verre noodig in overleg met de commissie van beheer der gasfabriek. Den heer IIeijlaerts komt het voor, dat de macht aan de commissie toegekend wel wat groot is. De Raad heeft z. i. de wedden te bepalen. De heer Rombouts doet opmerken, dat de regeling niet anders is dan wat bestaat bij de gasfabriek, welker directeur ook enkel door den Raad benoemd wordt. Bovendien is de verordening slechts van tijdelijken aard, zoodat de Raad de gelegenheid zal hebben later eene definitieve beslissing te nemen. Niet zoozeer herneemt de heer Heijlaerts is het de kwestie van benoemingmaar van de regeling der wedden. De heer Van Aken wijst op de vele moeiten welke de commissie zich getroost, en is van oordeel dat zij, han delende met kennis van zaken, het beste weet, hoedanig de regeling moet plaats hebben. De heer Mathon verklaart het eens te zijn met de zienswijze van den heer Heijlaerts. Maar vraagt spreker uit welke beambten zal het overige personeel bestaan? Vroeger is gezegd dat de voorgestelde regeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 342