42 Augustus 4893,
voordeelig was, maar nu kan de commissie eigenmachtig
verschillende personen aanstellen en bezoldigen. Daarom
wenscht spreker te weten, waaruit het personeel bestaan
en welke de wedde van ieder zijn zal; er bijvoegende,
dat hij alle respect gevoelt voor en vertrouwen heeft in
de commissie, maar dat het den Raad niet geoorloofd is
alles geheel aan haar over te laten.
De overige beambten zullen zijn zegt de voorzitter
een boekhouder, een stoker, fitters en dergelijke.
Wie de benoeming doet der beambten meent de
heer Oukoop moet ook het recht hebben ze te ontslaan,
en daarom wenscht spreker aan het artikel toe te voegen,
dat het overige personeel zoo noodig ook door de com
missie kan ontslagen worden.
Deze toevoeging wordt goedgekeurd.
De heer Sassen vraagt, of de besproken benoemingen
ook tijdelijk zijn?
Waarop de voorzitter bevestigend antwoordt.
In dat geval acht de heer Sassen het ingebrachte be
zwaar zoo groot niet.
De tijdelijkheid der benoeming zegt de heer IIeij-
laerts doet weinig af. Daaruit spruit toch eene
permanente benoeming voort. Ook heeft spreker niet
zoozeer op het oog de zoogenaamde arbeiders, maar onder
directeur, boekhouder en anderen. Dezen vallen onder
de competentie van den Raad. Spreker maakt daarvan
dan ook een voorstel.
De heer Van Dam kent geen enkel bezwaar om aan
het verlangen van den heer Heijlaerts te gemoet te
komen. De Raad draagt dan mede de verantwoordelijkheid
en die der commissie wordt minder.
25