344 42 Augustus 4893. De heer Rombouts verklaart zich met het voorstel niet te kunnen vereenigen. In eene zaak van belang moet men macht hebben om te handelen en gerechtigd zijn desnoods iemand onmiddellijk te ontslaan. Overigens komt de regeling geheel overeen met die welke bestaat bij de gasfabriek. Werd het voorstel aangenomen, dan zou de kracht der commissie verlamd zijn. Vervolgens wijst spreker nader op het tijdelijk karakter der regeling, waar uit voortspruit, dat als later iets blijkt verkeerd te zijn, dit kan veranderd worden. Eenige vrijheid voor de com missie is in het belang der exploitatie en burgemeester en wethouders met de commissie blijven verantwoordelijk. De heer Sassen is het eens met het gevoelen van den heer Rombouts, omdat alles enkel een tijdelijke regeling is. Eene ongelijkheid zou het scheppen, als de boek houder der gasfabriek door de commissie en die dei- waterleiding door den Raad benoemd werd. Later komt dit alles van zelf te recht. De heer Vreede acht het voorstel van den heer Heij- laerts wel van dien aard om er meè mede te gaan, doch omdat slechts een tijdelijke toestand gevestigd wordt, komt het hem beter voor, bij wijze van proefneming, de regeling aan te nemen, gelijk die in het onderwerpel'yk artikel wordt voorgedragen. De heer Heijlaerts komt terug op het door hem gedane voorstel. De heer Mathon ondersteunt dat voorstel. De heer Verschraage wenscht niet de benoeming maar enkel de bepaling der wedden door den Raad te doen geschieden. Fitters en dergelijke lagere beambten kunnen toch ook meent de voorzitter bezwaarlijk door den Raad benoemd worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 344