346
i2 Augustus d»93.
Alsnu verzoekt de heer Mathon stemming over die/is
voorstel, te weten: aanwijzing van het personeel.
De heer Rombouts meent dat de vorige spreker dat
voorstel zelf uitwerken en formuleeren moet.
Na eene korte beschouwing van het onderwerp door de
heeren Oukoop en Vreede, zegt de heer Mathon dat
hij zijn voorstel intrekt, doch zijne verwondering moet
uitdrukken, dat de commissie nu nog niet het personeel
kent, dat aan den dienst zal moeten verbonden worden.
De heer Rombouts, den voriger spreker beantwoordende
zegt, dat de commissie tot dusver geen mandaat had en
alzoo buiten machte was te handelen.
Het artikel wordt daarop goedgekeurd met de
wijziging daarin gebracht op voorstel van den heer
Oukoop.
Art. 7 (nu artikel 6).
Deze verordening is van kracht totdat omtrent de al of
niet definitieve vereeniging der gasfabriek en hoogdruk-
waterleiding zal zijn beslist door den gemeenteraad.
De heer Scheltus meent dat dit artikel wel zou kunnen
vervallen.
De voorzitter gelooft niet dat zoover mag gegaan wor
den en doet eene redactie-wijziging aan de hand.
De heer Rombouts toont zich gaarne toegevend als het
redactie-wijzigingen geldt, doch meent als men de her
ziening wil bepalen vóór 1 Januari, daardoor de zaak
zelve niet verbeterd wordt. De volstrekte zekerheid toch
dat met 1 Januari de waterleiding zal geopend worden
bestaat niet en daarom is de directeur aangesteld voor
den tijd van twee exploitatiejaren. Daarmede in verband
moet ook de werking van het reglement eindigen.