12 Augustus 1893.
347
De voorzitter meent dan dat kon gezegd worden dat het
reglement vóór het einde van het tweede exploitatiejaar
zal worden herzien.
Beter nog acht 't de heer Bloemarts om eenvoudig te
zeggen: Deze verordening blijft van kracht drie maanden
na het einde van het tweede exploitatiejaar.
Met deze redactie vereenigt zich de vergadering.
Daarop brengt de voorzitter de geheele ver
ordening, gelijk zij tijdens de beraadslagingen ge
wijzigd is, in stemming, waarvan de uitslag is dat
zij met algemeene stemmen wordt aangenomen
uitgezonderd die van den heer Heijlaerts.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde:
VOORWAARDEN waarop water zal worden ver
strekt door de hoogdrukwaterleiding der ge
meente Breda.
De voorzitter, het stuk ter hand nemende, leest:
Algemeene bepalingen.
Art. 1.
Ieder die van de waterleiding wenscht gebruik te maken
doet daarvan aangifte ten kantore der gasfabriek en
waterleiding.
Gedrukte formulieren die daarvoor door burgemeester
en wethouders zijn vastgesteld, zijn aan genoemd kantoor
kosteloos verkrijgbaar.
Het formulier moet door den verbruiker worden in
gevuld en onderteekend.
Naar aanleiding eener opmerking van den heer Bloemarts