350
12 Augustus 1893.
1° Januari tot 31 December en de verplichting vóór I De
cember opzegging te doen.
De bedoeling is antwoordt de heer Rombouts
dat als binnentijds aansluitingen plaats hebben, deze als
dan strekken voor het loopende en het volgende jaar, om
daardoor aansluitingen voor korten tijd te voorkomen.
Ook worden daardoor betere gegevens verkregen voor de
begrooting.
De heer Bloemarts heeft bij lezing van het artikel
dezelfde opvatting gehad, maar wenschte de juistheid ervan
te zien bevestigd.
Gedeelten van een jaar voegt de voorzitter erbij
komen niet in aanmerking
Men verbindt zich alzoo zegt de heer Van Dam
voor minstens één exploitatiejaar.
Deze nadere aanwijzing neemt de Raad overzoodat de
woorden: één jaar veranderd worden in: één exploitatiejaar.
Op aanwijzing van den heer Scheltus wordt in de 3e
alinea bijgevoegd„aan den directeur", even gelijk die
ambtenaar genoemd wordt in alinea 4.
De bepaling in de 7e alinea dat het verschuldigde bij
vooruitbetaling geschiedt, ontmoet alsnog bij den heer
Scheltus bezwaar voor personen die met één of twee
vertrekken zijn aangesloten.
Voor personen in dat geval verkeerende, zegt de voor
zitter, wordt, blijkens tarief A, door den eigenaar der
woning betaald.
Door den heer Scheltus wordt deze opmerking als
juist erkend.
De heer Bloemarts, terugkeerende tot de 4e alinea,
vraagt, wanneer een aangeslotene verhuist en vergeet te