362
12 Augustus 1893.
Enkel perceelsgewijze antwoordt de voorzitter.
Na de mededeeling van den heer Rohbouts, dat de
heer Schotel verklaard heeft dat er voldoende water zijn
zal meent de heer Sassen te mogen vragen, of 25 cent
per meter dan bepaald noodig zal zijn. Men bedenke wel
dat de meterprijs in 's-Bosch niet hooger is dan veertien cent.
Dat is volkomen waar zegt de voorzitter maar
men verlieze niet uit het oog dat in 's-Bosch reeds 1275
aansluitingen zijn.
Na een woord van repliek door den heer Sassen zegt
de heer Heijlaerts dat door hem de discussie met be
langstelling gevolgd is, en dat, naar wat de ondervinding
geleerd heeft, art. 16 voor hem een groote troost is, daar
de verzekering niet bestaat, dat de bodem waterhoudend
zijn zal. Daarom acht spreker het voorzichtig te handelen,
gelijk thans is voorgesteld, tevens herinnerende, wat de
heer Schotel vroeger gezegd heeft.
Daarop brengt de voorzitter artikel 16 in stem
ming, waarvan de uitslag is, dat bedoeld artikel
onveranderd wordt goedgekeurd met algemeene
stemmen, uitgezonderd die van den heer Sassen.
Art. 17.
Voor het gebruik van eene brandkraan bij brand door en
ten behoeve van den gebruiker moet worden betaald ƒ2.50.
Is de kraan geplaatst ten behoeve van een gebouw, dat
niet voor drinkwater of industrieel gebruik is aangesloten,
moet voor het gebruikmaken van de kraan betaald worden
/10—
(In dit laatste geval is de gunstige bepaling omtrent
aansluiting van art, 22 niet van toepassing.)
Wordt zonder bedenking goedgekeurd.