12 Augustus 1893.
371
«daarom den gemeenteraad voorstelde den heer P. C. Bagch us
«als tweede leeraar voor deze klasse te benoemen.
»Uat by missive van 4 Juni 1890 den gemeenteraad
«andermaal werd gewezen op het steeds toenemende getal
«leerlingen, waardoor niet alleen eene splitsing der laagste,
«maar ook van alle andere klassen noodzakelijk werd.
«Dat de commissie toen de eer had voor te stellen,
«het aantal lesuren voor eiken avond met één te ver
smeerderen en in verband daarme de bezoldigingen der
«leeraren te verhoogen.
«Dat met deze nieuwe regeling van onderwijs de
«avondcursus zoodanig werd ingericht, dat de eene helft
«van het aantal leerlingen onderwijs ontving van halfzeven
«tot acht uur, de andere helft van acht uur tot half tien.
«Dat het evenwel thans blijkt dat deze uitbreiding van
«onderwijs nog onvoldoende is voor de klasse «lijnteekenen»,
«aangezien in deze klasse de leeraar voor elk gedeelte van
«den avond aan niet minder dan veertig leerlingen onderwijs
«moet geven. Stel men nu dat de leeraar bij iederen
«leerling gemiddeld vijf minuten moet vertoeven, dan kan
«in l'/s uur slechts de helft van het aantal leerlingen
«worden geholpen.
«Dat voor een goed en deugdelijk onderwijs de taak des
«leeraars hier diende verlicht te worden en het daarom van
«het grootste belang zou zijn eene nieuwe klasse te vor-
«men, bestemd om een gedeelte van het aantal leerlingen
«uit de klasse «lijnteekenen» over te nemen.
«Dat met het oog op het groot aantal smeden dat zich
sin deze klasse bevindt, het der commissie zeer wenschelijk
«voorkomt een nieuwen cursus te openen in het «machine
steekenen», temeer nog omdat dit voor den werkman zoo
«hoogst noodzakelijk onderwijs tot hiertoe vrij gebrekkig
«werd gegeven, aangezien geen speciaal leeraar in dat vak
«met dit onderricht was belast
«Dat het uit dien hoofde de commissie voorkomt, bij
«de vorming eener dusdanige klasse, een nieuwen leeraar
«te moeten aanstellen, geheel op de hoogte van dezen
