372
12 Augustus 1893.
stak van onderwijs. De candidaten die zij daarvoor wenschte
saan te bevelen zijn
No. 1. sDen heer J. W. Kannemans, thans leeraar in
sde 4e klasse handteekenkunde.
No. 2. sDen heer W, A. Robbemont alhier.
sin zake het onderwerp sVoorziening in vacaturen» is
sde commissie van oordeel
sDat de heer J. N. Buining, leeraar in de 2e klasse
shoofdafdeeling handteekenkunde, die reeds gedurende
szes achtereenvolgende jaren, zéér ten genoege der coin-
smissie heelt onderwijs gegeven, de aangewezen persoon
sis, om de heer J. Cock als directeur van het Instituut
sen tevens als leeraar in de hoogste klasse shandteeken-
skundes op te volgen. Niet alleen zijn degelijk onderricht
smaar ook het bezit van de acts middelbaar onderwijs be-
swijzen zijne bekwaamheden en geven de commissie meer
sdan voldoende waarborg, om den heer Buining voor de
shierboven genoemde betrekkingen bij den gemeenteraad
saan te bevelen.
sBij eventueele benoeming van den heer Buining tot
sdirecteur van het Instituut zou diens plaats moeten ver-
svangen worden als leeraar in de tweede klasse shand-
steekenkunde.»
sVoor deze vacature wenschte de commissie aan te be-
svelen den heer Anton H. S. Wirtz, leeraar in het
shandteekenen en de perspectief en voorzien van acte
smiddelbaar onderwijs.
sVoor het geval dat de heer J. W. Kannemans tot
sleeraar in het machineteekenen mocht worden benoemd
szou de commissie gaarne wenschen dat zijn broeder, de
sheer W. H. K. Kannemans, thans leeraar in de laagste
sklasse shandteekenens, hem in die betrekking opvolgde
sin verband hiermede zou voor de laagste klasse shand-
steekenen» een nieuwe leeraar moeten worden aangesteld
svoor wejke betrekking de commissie wenscht voor te stellen: