12 Augustus 4893.
N°. 1. «den heer P. Maassen, leeraar aan de ambachts-
«school alhier;
N°. 2. «den heer M. Backx, insgelijks leeraar aan
voornoemde school.
«Wat betreft de toekenning van bezoldigingen, hierin
«wenschte de commissie geen verandering te brengen;
«iedere leeraar zou het salaris blijven genieten, hetgeen
«zijn voorganger in die klasse genoot; alleen wenschte de
«commissie voor den leeraar in het machineteekenen
»het salaris vast te stellen op drie honderd vijf en twintig
«gulden per jaar.
»De commissie, vertrouwende dat door UEdelAchtbaren
»de hooge noodzakelijkheid harer voorstellen zal worden
«ingezien, hoopt, met het oog op den nieuwen cursus,
«die reeds met 1 October a.s. begint, zoo spoedig mogelijk
«een gunstig antwoord te bekomen.»
De Commissie van beheer:
F. BACKER, voorzitter
J. M. MARIJNEN, secretaris.
Breda7 Aug. 1893.
De voorzitter geeft in overweging dit schrijven
aan te houden tot eene volgende vergadering en
het inmiddels ter visie te leggen voor de leden,
waartoe besloten wordt.
13. Missive van het bestuur van het departement
„Breda" van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering
van nijverheid, dato 4 Augustus 1893, daarbij den Raad
uitnoodigende tot bijwoning van de opening der tentoon
stelling van voorwerpen uit de Nederlandsche-Indische
bezittingen, welke gehouden wordt in de ambachtsschool
alhier en op Dinsdag den 15. Augustus des namiddags te
één uur zal worden geopend.
De Raad geeft blijk met genoegen deze uit-
noodiging te ontvangen.