26 Augustus 1893.
Tegenwoordig de heerenVAN HALOUKOOPSAS
SEN, LIJDSMAN, VREEDE, VAN AKEN, TEYCHINÉ,
REIGERSMAN, VAN DONGEN, SCHELTÜS, ROM-
BOUTS, NELISSEN, HEIJLAERTS, MATHON, VAN
DAM en Ed. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren: VERSCHRAAGE, KLEP en mr.
BLOEM ARTS, laatstgenoemde met schriftelijke kennis
geving.
De voorzitter opent de vergadering en zegt dat het
hem een waar genoegen is, den heer Nelissen het welkom
toe te roepen bij zijn weder verschijnen ter vergadering
en hem geluk te wenschen met zijn herstel. Spreker
houdt zich overtuigd daarbij de tolk te zijn der geheele
vergadering, en niet minder, wanneer hij den heer
Nelissen toewenscht, dat zijn herstel zoo volledig mogelijk
zij en hij krachten moge behouden om mede te werken
aan het belang der gemeente.
De vergadering betuigt hare ingenomenheid met deze
woorden, waarna de heer Nelissen dank zegt voor de
hem betoonde genegenheid.
Alsnu worden de notulen van het verhandelde in de
vergadering van den 12deu Augustus 1893 gelezen en
goedgekeurd.
27