26 Augustus 4893. 389 «ting en een paar uren daarna de gemeente-inrichting «gesloten zoude moeten worden ten einde de zwe- »vende stoffen gelegenheid tot bezinken te geven; 2°. «dat in het ontwerp worden gemist privaten; 3°. «niet schijnt gerekend te zijn op eene woning voor «den zwemmeester. «De bezwaren sub 1 genoemd erkennen wij gaarne en «meenen zelfs dat het troebel worden van het water op «elke andere plaats in deze gemeente zich in meer of «mindere mate zal doen gevoelen, zoodra daarin met een «zeker aantal personen te gelijk gebaad of gezwommen «wordt. «Wat betreft de privaten bij de inrichting, daaraan kan «zonder bezwaar worden tegemoet gekomen, terwijl wat «betreft eene woning voor den zwemmeester, dit een «punt van overweging zoude moeten uitmaken, of dit al «dan niet gewenscht en noodzakelijk is. Blijkens de «memorie van toelichting is op een dagverblijf voor het «bedienend personeel gerekend. «Met het oog op de bezwaren sub 1° door den heer «Scheltus geopperd, welke ook wij erkennen, hebben «wij het plan niet verder in détail behandeld, en hebben «de eer in overweging te geven: 1°. «de onderwerpelijke zaak aan te houden; 2°. «burgemeester en wethouders te verzoeken een nader «voorstel te doen omtrent plaatsen welke voor eene «bad- en zweminrichting in aanmerking kunnen «komen 3°. «met het maken van plannen niet voort te gaan «voordat de plaats waar de bad- en zweminrichting «zal worden gebouwd, door den Raad is vastgesteld." „De Bouwcommissie." De voorzitter stelt voor, dit rapport ter visie te leggen voor de ledenwaartoe besloten wordt. 4. Door den heer Teychiné, wordt namens de com missie belast geweest met het onderzoek der rekening van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 389