26 Augustus 1893. 391 Van den kant der vergadering wordt geene enkele beden king daartegen ingebracht. Enkel maakt de heer Sassen opmerkzaam dat de vroeger met het opschrift «ongeschikt voor drinkwater" beschilderde pompen wel eens mogen worden nagezien, daar die beschildering op sommige plaatsen verflauwd of verminkt is. De voorzitter meent ten deze, namens burgemeester en wethouders, wel de verzekering te mogen geven, dat van den gegeven wenk een nuttig gebruik zal gemaakt worden. C. Aangehouden zaken. 1. Regeling van het onderwijs en het onderwijzend personeel van de teekenschool (voorstel van de commissie ad hoe). (Dit voorstel is in extenso opgenomen in de notulen van den Raad dezer gemeente van den 12. Augustus 1893 A n°. 12.) De voorzitter geeft in overweging tot stemming over de verschillende voorstellen van benoeming over te gaan. De heer Van Aken meent dat de benoeming wel zonder stemming zou kunnen geschieden. De heer Rombouts is daar niet tegen, maar gelooft dat de wet, waar het benoemingen geldtstemming vordert. Daarop hebben de volgende stemmingen plaats: 1°. voor directeur van liet stads-teekeninstituutzijnde daartoe aanbevolen de heer J. N. Tj. Buining, thans leeraar aan dat instituut. Er worden uitgebracht 15 stemmen, die alle zich vereenigen op den aanbevolen candidaat,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 391