26 Augustus 1893. 395 Art. 2. „Ter verhuring worden bestemd „2 vakken elk voor 50 vaten „3 40 en ff4 15 „Buiten deze vakken wordt één vak voor 40 vaten „beschikbaar gehouden voor de kleine handelaars tegen „het gewone bewaarloon." Art. 3. „Als huursom zal in twee gelijke deelen betaald worden „per jaar: „voor een vak, ter berging van 50 vaten ƒ40. 40 n - 32. ii 15 -12. „Aan een en dezelfden handelaar worden niet meer „vakken verhuurd dan burgemeester en wethouders van „Breda zullen raadzaam achten. „In het geval dat twee of meer gegadigden een bepaald „vak wenschen in huur te hebben, zal het lot beslissen. „Het is den huurder verboden, het gehuurde geheel of „gedeeltelijk aan een ander te verhuren of ten gebruike „af te staan. „Verhuurders behouden aan zich het recht ommeteene „voorafgaande schriftelijke waarschuwing van eene maand „de huur ten allen tijde op te zeggen. „De huurder het door hem gehuurde in den loop eener „maand ter vrije beschikking stellende van verhuurders, „zal de volle huursom over die maand verschuldigd zijn.'' Art. 4. „Binnen het gehuurde vak wordt enkel en uitsluitend „het bergen of opleggen van petroleum in gesloten vaten „toegelaten." 28

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 395