400 26 Augustus 1893. Op deze vraag antwoordt de voorzitter in zooverre ont kennend, dat de beambte in functie blijft voor zoover één vak in het gebouw betreft; er bijvoegende, dat de func tionaris echter een verlies ondergaat in zijne inkomsten en daarin bij de aangeboden begrooting voor 1894 voor zien is. Verder niemand het woord verlangende, vraagt de voorzitter, of de Raad besluiten kan de verhuring op den voet gelijk boven omschreven is goed te keuren? Dienovereenkomstig wordt besloten, behoudens de goedkeuring van de Gedeputeerde Staten dezer provincie. 4. Ontwerp-verordeninghoudende bepalingen op het verzamelen en verwijderen van ftecale stoffen. De voorzitter zegt dat deze verordening is onderworpen geweest aan het oordeel der rechtskundige commissie uit dezen Raad en de stukken, waaronder adviezen van de gezondheidscommissie en den heer geneeskundigen inspec teur voor Zeeland en westelijk Noord-Brabant, bij deleden gecirculeerd hebben, en vraagt, of de Raad bereid is deze zaak in behandeling te nemen? Daartoe besloten zijnde neemt de voorzitter de verordening ter hand en leest de artikelen 1 en 2. Op aanwijzing van den heer Scheltus wordt de zin snede behoudens het bepaalde bij artikel 2« verplaatst, en nadien art. 1 goedgekeurd als volgt: Artikel 1. »Het is verboden, behoudens het bepaalde bij art. 2: a. «beerputten of andere inrichtingen tot verzameling »van ficcale en dergelijke stoffen te maken of te «doen maken;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 400