406 26 Augustus 1893. De heer Sassen meent niet te mogen nalaten er op te wijzen, dat de geneeskundige inspecteur in zijn advies gesproken heeft van den stank die uit beerputten tot in de privaten zal opstijgen, en daarin op eene afdoende wijze is te gemoet te komen door middel van wateraf sluitingen als de waterleiding zal zijn tot stand gebracht, doch aangezien besloten is die afsluitingen niet toe te staan, alzoo niet beantwoord wordt aan een der voor waarden van dat advies. Daarop wordt lezing gegeven van het geheele advies van voornoemden inspecteur, gelijk dat vervat is in diens schrijven van den 27sten Mei 1893, n°. 389. De heer Rombouts zegt dat in het punt waarop de heer Sassen gewezen heeft gemakkelijk en goedkoop te voorzien is door het doen aanbrengen van een S-vormige buis aan den trechter. De hinder van rioolgas in spreker's eigen woning is daardoor weggenomen. Ook in het oude-man- nenhuis is hetzelfde middel met vrucht toegepast. De heer Lijdsman vraagt, of het niet mogelijk zou zijn in de nieuwe wijken de putten aan te leggen op gemeen tegrond De voorzitter zegt, dat daartegen wel geen bedenking zal zijn. Daarop brengt de voorzitter de geheele veror dening in stemming, waarvan de uitslag is, dat zij met algemeene stemmen wordt aangenomen, uitgezonderd die van den heer Heijlaerts, welke laatste bij het uitbrengen zijner stem verklaarde tegen te stemmen, omdat hij is tegen alle mogelijke beerputten. Voorbedoelde verordening was door de commissie van beheer der gemeente-reiniging aangeboden in de zitting van 3 Juni 1893 met het volgend begeleidend schrijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 406