5 September 1893.
Tegenwoordig de heeren: J. J. L. TEYCHINÉ, mr. A.
REIGERSMAN, J. A. J W. VAN HAL, mr. W. INGEN-
HOUSZ, B. C. VAN DONGEN, A. J. A. VERSCHRAAGE,
W. G H. ROMBOUTS, J. J. NELISSEN, J. A. VAN AKEN,
mr. M. VAN DAM. mr. P. BLOEMARTS, J.E.VREEDE,
K. G. OUKOOP, A. P. SCHELTUS, mr. T. MATHON,
,T. LIJDSMAN, en E. H. A. GULJË, burgemeester, voor
zitter.
Afwezig de heeren: F. J. M. HEIJLAERTS en H. A.
SASSEN, laatstgenoemde met schriftelijke kennisgeving.
Allereerst stelt de voorzitter aan de orde:
A. 1. De beëediging en installatie der laatstelijk be
noemde raadsleden de heeren J. A. J. W. van Hai.,
.f. J. L. Teyciiinê, B. C. van Dongen, A. J. A. Ver-
schraage, mr. A. Reigersman en mr. W.Ingen-Housz,
welke heeren daartoe door den secretaris worden binnen
geleid.
Nadat de benoemde leden de eeden, voorgeschreven bij
de artikelen 87 der grondwet en 39 der gemeentewet,
in handen van den voorzitter hadden afgelegd, wenscht
de voorzitter den Raad en de benoemden geluk met hunne
herkiezing. Den heer Klep gaat de voorzitter voort
heeft de Raad verloren en deze is vervangen door den
heer mr. W. Ingen-Housz. Al de andere leden zijn oude
29