23 September 1893.
Tegenwoordig de heeren,T. A. VAN AKENJ. J. L.
TEYCHINÉ, mr. A. REIGERSMAN, mr. W. 1NGEN-
HOUSZ, B. C. VAN DONGEN, A. J. A. VERSCHRAAGE,
W. G H. ROMBOUTS, inr. M. VAN DAM, mr.P.BLOE-
MARTS, K. G. OUKOOPA. P. SCHELTUS, mr. T.
MATHON, J. LIJDSMAN, J. J. NELISSEN, J. E. VREEDE,
F. J. M. HEIJLAERTS en E. H A. GULJÉ, burgemeester,
voorzitter.
Afwezig de heeren: J. A. J. W. VAN HAL en
H. A. SASSEN.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
den 5. September 1893 worden gelezen en goedgekeurd.
De voorzitter stelt aan de orde
A. Ingekomen stukken.
1. Missive van de Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant van den 7. September 1893, G, N°. 121,2eafd.,
le bureau, houdende bericht van de ontvangst van het
toegezonden afschrift der verordening houdende bepalingen
op het verzamelen en verwijderen van faecale stoffen,
welke in de openbare vergadering van dezen Raad van
den 26. Augustus 1893 is vastgesteld.
30