430 23 September 1893. «Hiermede rekening houdende, komt ons de volgende «regeling zeer gewenscht voor 1°* »De voormalige griffie van het kantongerecht wordt «bestemd voor kantoor van den secretaris. 2°. «De voormalige audiëntiezaal van het kantongerecht «wordt bestemd voor algemeene secretarie. 3°. «Het tusschenliggende kamertje (vroeger wacht- of «getuigenkamer) wordt in orde gebracht voor de «raadsleden als er stukken ter visie liggenalsmede «voor wachtkamer. 4°. «Het kantoor van den burgerlijken stand en de be- Dvolking wordt overgeplaatst naar het bovenlokaal, «alwaar aangiften geschieden voor nationale militie «en schutterij. «Deze vier localen hebben allen binnenskamers gemeenschap «met elkander, waarnaar gezocht is, en dat zeer wensche- «lijk is om de nauwe verhouding waarin de kantoren tot «elkander staan. Het middenpunt ongeveer maakt daarvan Duit de localiteit, bestemd voor den secretariswat almede «zeer geschikt is. «In verhand hiermede worden verplaatst: 1°. «het kantoor voor nationale militie en schutterij «naar het locaal thans in gebruik bij het burgerlijk «armbestuur; 2°. «het burgerlijk armbestuur naar de tegenwoordige «secretarie. (Hiermede zal aan het verzoek van «voormeld bestuur, in het belang der armen, wor- «den te gemoet gekomen); 3°. «het kantoor van den commissaris van politie en «inspecteur naar het tegenwoordige kantoor van «den burgerlijken stand en de bevolking. «Voorts wordt: 1°. «het openkomende bureau van den commissaris «van politie in gebruik gesteld voor de hoofdagenten «van politie, die alzoo niet verder in éénzelfde «locaal met de agenten van politie behoeven te «verblijven;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 430