436
23 September 1893.
sen de kosten daarvan te verantwoorden op hoofd-
sstuk III, art. 6, der begrooting van het loopende
«dienstjaar.»
Breda, 20 September 1893.
De Bouwcommissie
Ed. GULJÉ, voorzitter.
J. LIJDSMAN.
J. .T. L. TEYCHINE.
De voorzitterdeze zaak wenschende toe te lichten
zegt, dat aan de goedkeuring van burgemeester en wet
houders werd onderworpen een bouwplan van Laarhoven
en dat dit weder ter sprake deed komen het wijzigen der
rooilijn aan de zuidzijde der Leuvenaarstraat, waarop de
zaak is onderworpen geworden aan het oordeel der bouw
commissie, terwijl vervolgens de nieuwe rooilijn is uit
gebakend, waarvan de Raad, wegens het spoedeischende
der, beslissingis kennis gegeven.
De heer Van Dam vraagt, of het de bedoeling is van
burgemeester en wethouders dat zal gebouwd worden tot
aan de nieuwe rooilijn, of wel dat daar eenig open terrein
mag blijven?
De voorzitter antwoordtdat de huizen moeten gebouwd
worden tot aan de rooilijn.
De heer Van Dam heeft daar vrede meêmits dit
blijke uit het besluit, wat nu niet het geval is. Ook
aan de overzijde der straat heeft men tuintjes.
De heer Bloemarts meent, dat als die voorwaarde bij
den koop gesteld wordt, het bezwaar is opgeheven.
De heer Van Dam blijft van oordeel, dat het besluit
deze voorwaarden moet uitdrukken.
De heer Nelissen acht het beter aan het voorstel toer
b toe te voegen«.onder nadere door burgemeester en wethou-