438 23 September 1893. De heer Nelissen handhaaft, onder aanvoering van redenen, zijn idee, om het stellen van nadere voorwaarden aan burgemeester en wethouders over te laten. De heer Heijlaerts vereenigt zich met de zienswijze van den heer Nelissen. Spreker herinnert aan het feit, dat personen die vroeger hunne stoepen niet wilden afstaan voor trottoir, door de ongelegenheid die zij ondervonden dat hunne stoepen lager kwamen te liggen dan de trottoir, moesten toegeven. Maar zegt spreker dat is de menschen noodzaken, wat vermeden moet worden. De heer Bloemarts deelt de beschouwingen van de heeren Lijdsman en Van Dam doch wenscht de eigenaren niet te binden aan een termijn om te bouwen. Voorts is de gemeente het aan zich zelve verplicht om de eige naren, die niet bouwen, geen ongerief te veroorzaken. De voorzitter, het gesprokene resumeerende, zegt, dat alzoo verlangd wordt dat de verkoop zal geschieden onder voorwaarden, dat de koopprijs zal zijn /"0.50 per meter en de huizen zullen gebouwd worden ter hoogte van 8 meter, terwijl het stellen van nadere voorwaarden aan burgemeester en wethouders wordt overgelaten. De heer Van Dam acht dit resumé niet duidelijk genoeg. De verkoop van den grond moet geschieden om dien geheel te bebouwen. De bedoeling van de commissie is niet geweest zegt de heer Teyciiiné om den grond uitsluitend voor bouwgrond te verkoopen. En wat zal het ook hinderen dat er een tuintje isl Naar spreker's inzien zal de bepaling dat men bouwen moeteen beletsel stellen aan den verkoop. Na verdere discussie, waaraan verschillende leden deel nemen, zegt de heer Reigersman, dat het z. i. na al hetgeen hij gehoord heeft de voorkeur verdient den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 438