28 Januari 1893. 43 „belang der waterleiding zelve is, daar het belang der „gemeente Breda in de eerste plaats medebrengt dat de „prise d'eau niet worde geëpuiseerd. „Op deze wijze werd overeenstemming verkregen en „bleek bij de regeering de oprechtste en welwillendste „gezindheid te bestaan om de gemeente Breda van eene „voor haar zoo noodzakelijke waterleiding te voorzien. „Het rapport van den heer Schotel is door de Regeering „in handen gesteld van de twee meest bevoegde beoor deelaars van de commissie van deskundigen, professor „Henket te Delft en het lid Stang, directeur der Haagsche „waterleiding, en in de door hen ingeleverde uitvoerige „nota's kwamen deze beide deskundigen tot de conclusie, „dat het nadere plan-SciiOTEL zonder bezwaar tot uitvoe ring ware te brengen. „Daarna zijn de stukken gesteld in handen van heeren „Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Brabant, die, „na den provincialen hoofdingenieur van den waterstaat „te hebben gehoord, hebben geantwoord, dat zij geene „bedenkingen tegen de zaak op den voorgestelden voet „hebben. „De concept-voorwaarden zijn ook volgens het gevoelen „van den ingenieur Schotel op de mildste wijze ontworpen." Vervolgens leest de heer Van Mierlo voor de voor waarden door den Minister gesteld, welke zijn vervat in de volgende ontvangen ontwerp overeenkomst CONCEPT-AKTE van Vergunning aan BREDA. De ondergeteekenden a. Willem Isaak Arnold van Bf.usekom, rentmees ter der domeinen in het rentambt Oosterhoutwonende te Breda, in die hoedanigheid handelende namens den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 43