444 23 September 1893. Raad in behandeling was. Maar toen hebben allen daar over gezwegen, ook de heer Heulaerts die nu pas zijn bezwaar doet kennen. De heer Heulaerts doet opmerkendat er vergaderin gen zijn gehouden, waarin hij ten gevolge van treurige omstandigheden niet kon tegenwoordig zijn. Beter acht het spreker dat men gewaarschuwd zij dan niet. De voorzitter deelt het bezwaar van den heer Heulaerts niet en verklaart het geheel eens te zijn met de heeren Reigersman en Van Dam. Allerwegen zegt spreker is ter plaatse reeds gebouwd, maar niets is vernomen, dat het bezwaar eenigen grond geeft. De heer Heulaerts maakt bijzonder opmerkzaam op het motief van zijn bezwaar dat men thans in den grond gaat woelen. Zijnerzijds heeft hij gewaarschuwd, en daar- meê acht hij aan zijn plicht voldaan te hebben. De voorzitter zegt, dat het nu niet meer mogelijk is bij de Regeering bezwaren in het midden te brengen. Daarop vraagt de voorzitter, of de Raad bereid is, burgemeester en wethouders te machtigen, de rioleering der wegen in het park, naar het overgelegd bestek, aan te besteden? Niemand der leden het woord verlangende, wordt dienovereenkomstig, zonder hoofdelijke stemming, besloten. 16. Voorwaarden waarnaar voor afbraak zal worden verkocht de opstand van de gebouwenkadastraal bekend sectie A, nos. 884 en 883, op den hoek van de Tolbrug- straat en Nieuweweg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 444