14 October 1893. 459 De heer Rombouts herinnert, dat indertijd, na rijp beraad, door den gemeenteraad besloten is, de Oude Vest niet meer voor kermisterrein te gebruiken. De toestand aldaar is niet in 't minst veranderd en de redenen, die tot voorbedoeld besluit geleid hebbenzijn nog aanwezig. De kermis is voor de kinderen, ouderen en jongeren; de kermis is voor het volk. Leidt men die allen in de bekende buurt, dan verdient dat strenge afkeuring. Vóór het gebruik van de Oude Vest was er óók kermis en wist men die wel geplaatst te krijgen. Spreker kent geen enkele reden om op het eenmaal genomen besluit terug te komen. Hebben sommige ingezetenen last van de kermis: welnu, dat zij zoolang de gemeente verlaten, of wel dat men de kermis afschaffe. Nu kan er enkel sprake zijn van verplaatsing van den last. Naar spreker's overtuiging moet de kermis, wil men medewerken dat zij in stand blijve, geconcentreerd worden en de Groote Markt daarvan het middelpunt zijn. De buurt, waar men haar nu weer brengen wilis de beruchte buurt geblevenen door voor beelden van onzedelijkheid kan spreker zijne beweringen staven. Den heer Bloemarts komt het voor, dat de heer Rom bouts zich vergist, als hij meent, dat de toestand aldaar dezelfde is van vroeger. Niet te miskennen is het, dat die toestand verbeterd is. Ook het karakter der kermis is veranderd. Waar vroeger een gewoon handorgeltje in gebruik was, bezigt men nu oorverdoovende orgels, met stoom gedreven. Nu tracht men het ook wel voor te stellen, alsof de eene den last wentelt op den ander, maar daarbij mag niet onopgemerkt blijven, dat de eene van het geraas af wil zijnen de ander het graag wil hebben. Zou de heer Teychiné zegt spreker een voorstel maken van het door hem gesprokenedan zal hij daar vóór stemmen. De heer Oukoop wenscht, ter kenschetsing dat de toe stand in verschillende opzichten geheel anders is dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 459