460 14 October 1893. vroeger, de aandacht van den heer Rombouts er op te vestigendat de Groote Markt belegd is met spoorrails en daardoor niet zoo bruikbaar meer is als vroeger. Dat zelfde is het geval zegt spreker met de Veemarkt straat en de Veemarkt, te welker laatstgenoemde plaatse bij de bestaande versperringen nu nog een telephoonpaal geplaatst is. Spreker verklaart dan ook het eens te zijn met de zienswijze van den heer Teychiné. De heer Teychiné zegt van het door hem gesprokene een voorstel te maken. De plaatsing, gelijk die geschiedde op het Kasteelplein, vindt hij ergerlijk. Nooit verklaart spreker iets verkeerds gezien te hebben aan de Oude Vest, alwaar het voor de kermis de gewenschte plaats is. Daar door ook wordt aaneensluiting van spellen en kramen verkregen, terwijl men aldaar ingenomen is met hetgeen anderen een hinder noemen. Spreker's bedoeling is, er vooral al die levenmakende inrichtingen te plaatsen. Niet ontkennen zal de heer Sassen, dat de toestand veranderd is; maar vraagt spreker is er dan geene andere gelegenheid tot plaatsing der kermis dan juist ook aan de Oude Vest? De voorzitter noemt o. a. de Veemarktstraat, welke voor een gedeelte met kramen te bezetten isde eene zijde der Haven en het Kasteelplein; maar ter laatstge noemde plaatse zegt spreker was men liever van de kermisspellen bevrijd. De heer Rombouts wenscht nader te constateerendat de Oude Vest, met het oog op de kinderen, die 't meest van draaimolens gebruik maken, ongeschikt is. Die onge schiktheid kan spreker bevestigen door hetgeen door hem persoonlijk is waargenomen. Spreker meent dat er wel andere plaatsen te vinden zijn, zooals het Van Coothplein en dergelijke terreinen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 460