14 October 4893. 463 rumoermakende inrichtingen, welke met kermis op het Kasteelplein geplaatst worden. Wordt nu gezegd, dat men die daar niet wil verwijderen, dan is afwijzend op het verzoek beschikt. Maar het doel van den heer Teychiné is om ze daar wel te verwijderen en ze te plaatsen aan de Oude Vest. De heer Teychiné bevestigt deze opvatting van zijn gewijzigd voorstel. De voorzitter zegt, dat, zooals reeds tijdens de beraad slaging gebleken is, de aanwijzing der plaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders. Een tweede punt is, of de Raad wenscht terug te komen op zijne besluiten van den 12. Juli 1890 en 22 April 1893, waarbij bepaald is, dat de Oude Vest niet meer als kermisterrein zal gebezigd worden. Dit punt onderwerpt de voorzitter aan hoofde lijke stemming, waarvan de uitslag is dat met 9 tegen 5 stemmen besloten wordt opnieuw de Oude Vest als terrein tot het plaatsen van een deel der kermis te bestemmen. Vóór waren de heeren: Van Aicen, Oukoop, Ver- schraage, Teychiné, reigersman, bloemarts, VrEEDE, Scheltus en de voorzitter. Tegen de heeren: Van Dam, Van Dongen, Sassen, Rombouts en Lijdsman. 11. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting om in de begrooting, dienst 1893, af te schrijven van art. 2, hoofdstuk VIII (onvoorziene uitgaven) een bedrag van f435 en dat te doen strekken tot verhooging van art. 9 hoofdstuk IV (onderhoudskosten der gemeente-beplantingen.)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 463