14 Octoéer 1893. 465 «hiervoor sedert beschikbaar gekomen gebouw te s-Hage «dan wel naar het voormalig gebouw der arrondissements- «rechtbank te Breda zou moeten worden overgebracht. «Van laatstvermeld gebouw komt mij de indeeling voor »de Krijgsschool vrij geschikt voor, zoodat het gebouw «met betrekkelijk geringe kosten voor de nieuwe bestem- »ming zou kunnen worden gewijzigd. «Intusschen is het gebouw zeer slecht onderhouden en «de toestand nu van dien aard, dat het bij de behandeling «der staatsbegrooting van het departement van justitie «voor het jaar 1890 gezegd werd, op sommige plaatsen «bouwvallig en bezwaarlijk vatbaar voor herstel te zijn. «Dit gevoelen deel ik niet geheel. Ik ben van meening, «dat het in bruikbaren staat brengen niet meer dan 4000 a 5000 zal kosten. «Wat de inrichting voor de nieuwe bestemming aan- «gaat, zoo zal in de eerste plaats voor gas- en water sleiding moeten worden zorg gedragen waarvan de kosten «op ongeveer f 900 geschat zijn. Wijders moeten de «noodige schoorsteenen worden gemaaktin den tuin een «privaat worden gebouwd, de bestaande houten stellingen «worden weggebroken en deels elders aangebracht, de «zittingzaal door een muur in twee vertrekken gesplitst, «elders een binnenmuur doorgeslagen, nog een binnenmuur «en vaste kasten voor de bibliotheek gemaakt, enkele «binnendeuren aangebracht en nog eenige wijzigingen «van ondergeschikt belang verricht worden, waarvan de «gezamenlijke kosten op ongeveer f 1700 geschat zijn. «Ik heb gemeend deze inlichtingen te moeten doen «voorafgaan aan de mededeeling, dat de minister van «oorlog mij den last heeft verstrekt, aan U de vraag te «stellen: «of de gemeente Breda niet bereid zou zijngelet op «de belangrijke voordeelen, welke de vestiging van de «Hoogere Krijgsschool te Breda voor de gemeente zou «opleveren, het onderhoud en de uitgaven noodig om «het gebouw voor zijne bestemming in te richten (alzoo 33

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 465