4 November 1893. 477 Vervolgens wordt de heer J. Lathouwers definitief benoemd tot leeraar in het boetseeren aan het stads- teekeninstituut alhier op de aan die betrekking verbonden jaarwedde van ƒ400.— 6. Voorstel van burgemeester en wethouders om als algemeene bepaling te stellendat de gemeente-ambtenaren, met inbegrip van leeraars en onderwijzers, binnen deze gemeente moeten wonen. Dat voorstel is vervat in het volgend ontwerp-raadsbesluit met memorie van toelichting: De Raad der gemeente Breda, Overwegende, dat het steeds als eene stilstaande voor waarde heeft gegolden, dat ambtenaren door de gemeente benoemd en bezoldigd, wonen binnen deze gemeente; dat echter een of meer gevallen bekend zijn, dat van deze voorwaarde wordt afgewekenten gevolge waarvan bereids bij latere benoemingen daarin voorzien is, doch dat het wenschelijker voorkomt dit punt onder algemeene regelen te brengen; dat het geheel irrationeel is, dat het eigen dienst personeel der gemeente zich elders vestigt en zich daar door tevens onttrekt niet enkel aan persoonlijke diensten, maar ook aan het bijdragen in de lasten der gemeente; Besluit: 1°. Alle ambtenaren en bedienden, met inbegrip van leeraren en onderwijzers, die door of van wege het openbaar burgerlijk gezag in de gemeente Breda benoemd en hetzij direct, hetzij indirect, uit de openbare fondsen dier gemeente bezoldigd wordenmoeten hunne woonplaats hebben binnen de gemeente Breda, behoudens de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om in bijzondere ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 477