478 4 November 1893, vallen aan belanghebbendenop hun verzoekver lof te verleenen, dat tijdelijk van deze bepaling worde afgeweken. Onder dit artikel worden niet verstaan personen die tijdelijk in dienst der gemeente zijn, noch de zoodanigendie niet van eene aanstelling voorzien en per dag of per week betaald worden. 2°. Zii die in strijd handelen met de bovenstaande be paling, zullen geacht worden de gemeente verlaten en daardoor hun ontslag uit den gemeentelijken dienst genomen te hebben. De Raad. Memorie van Toelichting. Ad. art. 1. Telkens openbaart zich de wensch bij het doen van benoemingen, dat den benoemde als voorwaarde zal worden gesteld, dat hij in deze gemeente wonen moet. In het ontwerp-besluit nu, dat wij ons veroorloven U hierbij aan te bieden, wordt die wensch als vasten regel belichaamd. Geen enkele reden zien wijom ook niet het onderwijzend personeel aan dien billijken regel te on derwerpen. Immers zoowel Gymnasium, Hoogere Burger school en lagere scholen, als Teekenschool en Ambachts school, zijn allen gemeentelijke inrichtingen. In alle aanstellingen wordt de bepaling gestelddat de benoemde zich onderwerpen moet aan de bestaande of later te wijzigen of in te voeren verordeningen, zoodat het raadsbesluit, dat mede eene verordening is, van zelf toepasselijk is ook op de reeds benoemde ambtenaren. Er kunnen echter gevallen zijn, die afwijking van den regel wettigen. In zoodanig geval komt het wenschelijk voor, dat eenige macht aan burgemeester en wethouders worde toegekend. Voor het overige zouden wij aanraden, de bepaling niet van toepassing te maken op werklieden, die per dag of per week betaald worden. Deze maken meer het vlottend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 478