488
4 November 1893.
„en voetpaden dezer gemeente, van toepassing te willen
„maken art. 29 van het betrekkelijk provinciaal reglement.
„Inmiddels gelieven U wel te willen medewerken, dat
„aan L. H. Laarhoven, bedoeld in het raadsbesluit van
„den 23n September 1893, het door hem verlangde ge
deelte grond kunne worden verkocht.
„Die man ziet reikhalzend uit naar de beslissing, omdat
„zijn bouwplan reeds weken ter uitvoering gereed ligt.
„Zou hij zich terugtrekken, dan komt er van de door
„ons beoogde verbetering der Leuvenaarstraat niets meer
„te recht.
„Veel prijs zouden wij derhalve er op stellen, Uwe
„gunstige beschikking op het raadsbesluit van 23 Septem
ber 1893, zooveel Laarhoven betreft, te mogen ont
vangen."
De voorzitter deelt mede, dat op dit laatste schrijven
nog geen antwoord ontvangen is, en vraagt, of iemand
der leden ten deze het woord verlangt?
Dit niet het geval zijnde, stelt de voorzitter
voor, het verrichte door burgemeester en wet
houders goed te keurenwaartoe besloten wordt.
11. Missive van het burgerlijk armbestuur alhier, dato
27 October 1893, N°. 25, daarbij ter goedkeuring aan
biedende den staat van begrooting der ontvangsten en
uitgaven voor den dienst van 1894, in tweevoud, vergezeld
van eene memorie van toelichting.
De voorzitter doet opmerken, dat deze begrooting in
vorige jaren eerder ontvangen werd, maar alsnu de ge
legenheid ontbroken heeft, ze in de afdeelingen tot on
derzoek der gemeente-begrooting, dienst 1894, te be
handelen.
Dientengevolge geeft de voorzitter in overweging, thans
eene speciale commissie tot onderzoek te benoemen.