496 4 November 1893. die er komen en de plaats (de vestibule van het gemeente huis) waar zij wachten moeten. Liever zou spreker voor het armbestuur zien aangewezen het tegenwoordig kantoor van den burgerlijken stand met verplaatsing der toegangs deur in het dwarsgangetje, en zulks vooral met het oog op het doen van uitdeelingenwaartoe de kamer in het z.g. oude-vrouwtjeshuis in de Molenstraat geheel ongeschikt is, gelijk spreker nader verklaart, er op wijzende, dat dientengevolge eene algemeene uitdeeling tot soms half twee in den nacht duurde. En beter nog ware het, als dit kon, om het armbestuur over te brengen in het politie bureau. De heer Sassen erkent, dat de heer Oukoop den toe stand met volkomen juistheid geschetst heeft en verklaart diens opinie te deelen. Na eenige bespreking tusschen den voorzitter en de heeren Heijlaerts en Oukoop, waarbij laatstgenoemde verklaart bijzonderlijk het oog te hebben op de algemeene uitdeelingen, die nu en dan in den winter plaats hebben, plaatst de heer Bloemarts op den voorgrond het voorstel, gelijk dat gemotiveerd is, om de secretarie te bestemmen voor den commissaris van politie en het tegenwoordig kantoor van den burgerlijken stand voor het Armbestuur. De heer Reigersman is van meening, dat de vestibule van het gemeentehuis juist eene goede plaats is voor de armen om te wachten. Wordt toch het armbestuur over gebracht in het kantoor van den burgerlijken stand, dan zullen daar de mensehen öf wel opgeperst staan in den gang öf in de open lucht moeten vertoeven. En zegt spreker aanschouwt men de vestibule, dan is die toch ook zoo fraai niet. Een ander bezwaar heeft spreker, namelijk dit, dat z. i. de commissaris van politie te ver verwijderd wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1893 | | pagina 496